De meeste Helmondse politici snappen hun taak niet.

Op 9 oktober sprak de Helmondse raad over het voortijdige en gedwongen afscheid van de gemeentesecretaris. Een belangrijk punt, maar niet eens het meest opvallende tijdens die extra ingelaste raadsvergadering. De discussie spitste zich, vooral door de weigering van het college van burgemeester en wethouders om op de redenen van zijn besluit in te gaan, toe op de controlerende rol van de raad. En zoals te doen gebruikelijk is tijdens deze raadsperiode lijkt de meerderheid van de Helmondse raad niet te begrijpen wat die controlerende taak inhoudt. Niet één vraag was er aan het college, niet één interruptie op wat het college zei: maar wel boos worden op de oppositiepartijen dat die wél vragen stellen. Helaas een terugkerend patroon.

Het zit zo: het college van burgemeester en wethouders is bevoegd om een gemeentesecretaris te benoemen en ontslaan. Deze gemeentesecretaris werkt daardoor onder de politieke verantwoordelijkheid van datzelfde college. Dat betekent dus dat het college van burgemeester en wethouders niet alleen verantwoording moet afleggen over het eigen besluit om deze gemeentesecretaris per direct op non-actief te stellen maar ook over het handelen van die gemeentesecretaris. Het gaat dan natuurlijk niet om het handelen van de gemeentesecretaris als privépersoon: dat zou zijn privacy aantasten. Het handelen van de gemeentesecretaris valt echter wel onder de verantwoordingsplicht voor zover de gemeentesecretaris handelt in de uitoefening van zijn beroep. Dat raakt ook niet aan zijn persoonlijke levenssfeer. De Helmondse oppositie vroeg dan ook niet naar het privéleven van de gemeentesecretaris, noch naar een evaluatie van zijn functioneren, maar vroeg uitsluitend waar het verschil van inzicht tussen college en gemeentesecretaris zat dat uiteindelijk leidde tot het voortijdige vertrek. Het college had de raad actief moeten informeren, of in elk geval antwoord moeten geven op de vragen van de raad. Dat is hét basisrecht van de raad, en dat moet gebeuren in een openbare raadsvergadering. Niet in de achterkamertjes van een fractievoorzittersoverleg, dat overigens ook geen enkele formele status heeft om namens de raad te beslissen.

Wanneer de fractievoorzitters van Lokaal Sterk en D66 Helmond dus zeggen dat de raad hier niet over gaat of dat het in een bedrijf niet normaal is dat over de redenen voor ontslag wordt gepraat, dan slaan zij de plank echt volledig mis. De raad gaat in politieke zin overal over, simpelweg omdat het college verantwoording moet afleggen. Ook de bedenker van de dualisering en Groningse emeritus hoogleraar Douwe Jan Elzinga én de Leidse Thorbecke-hoogleraar Geerten Boogaard pleiten hier al tijden voor. Toch mannen die weten waar ze het over hebben. Wanneer de privacy van een of meerdere personen in het geding is, kan dat een reden zijn om de raad vertrouwelijk te informeren, maar niet om de raad niet te informeren! En nogmaals: de raad, niet alleen de fractievoorzitters. Het  niet-informeren mag alleen als het informeren in strijd is met het openbaar belang. En daarvan is geen sprake alleen maar omdat het college mogelijk in zwaar politiek weer terecht komt of omdat men de mogelijke uitkomsten van de discussie niet wenselijk vindt of omdat men hierover afspraken met de vertrekkende gemeentesecretaris heeft gemaakt. En overigens is het in bedrijven heel normaal dat aandeelhouders, leden, toezichthouders, commissarissen én de ondernemingsraad worden meegenomen in de redenen voor ontslag van de hoogste leidinggevende binnen de organisatie. We hebben het hier niet over het ontslag van gewoon iemand op de werkvloer. Maar belangrijker: een gemeente, inclusief het ambtelijk apparaat, is geen bedrijf, het is een onderdeel van het democratische openbaar bestuur. De vergelijking gaat dus sowieso volledig mank.

Maar zelfs dit punt is niet het ergste. Dat zit bij de fractievoorzitter van de SP. Zij wil maar niet begrijpen dat ze onderdeel is van een politiek orgaan. Bijna ieder debat verzucht ze wel een keer dat de raad zaken niet politiek moet maken, en dat we het college moeten vertrouwen wanneer het beslissingen neemt. Dan snap je toch echt niet wat je rol als controlerend raadslid is. Ik vertrouw het college ook dat zij doen wat zij het beste vinden voor de gemeente, maar dat maakt nog niet dat ik dat ook het beste moet vinden. Daarom wordt in de raad politiek bedreven: dat is de hele reden dat een gemeenteraad bestaat. Een volksvertegenwoordiging is bij uitstek een politiek orgaan, en zo is het ook bedoeld. Verschillende partijen worden gekozen op verschillende programma’s en proberen nadat zij gekozen zijn op te komen voor de politieke belangen van hun achterban. Al die ingebrachte belangen worden door de raad als geheel afgewogen en zo vertegenwoordigt de raad, in ieder geval in theoretische zin, alle inwoners van Helmond. Maar als we de visie van de fractievoorzitter van de SP volgen dan moeten we dat dus niet doen en vooral vertrouwen dat het college doet wat goed is. Dat lijkt meer op de volksdemocratieën zoals ze die in voormalige Oostblok kenden, dan op een liberale democratie zoals die in verschillende mensenrechtenverdragen en onze Grondwet verankerd is. In een volksdemocratie heeft het ‘parlement’ vooral als taak te applaudisseren voor alles wat de uitvoerende macht doet. En eerlijk is eerlijk, de Helmondse coalitiepartijen zijn erg goed in dat applaudisseren, met de SP fractievoorzitter als voornaamste “cheerleader”.

 

Rob de Greef

Raadslid VVD Helmond, docent staatsrecht, bestuursrecht en gemeenterecht aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en zelfstandig juridisch organisatieadviseur, werkzaam voor de Rijksoverheid, gemeenten, provincies, waterschappen en samenwerkingsverbanden van overheden.