Het is velen van ons een doorn in het oog dat er een kleine groep van raddraaiers in de stad er iedere keer weer in slaagt voor onrust en ergernis te zorgen. Verleden jaar hebben zij zich in zwembad De Wissen misdragen, deze winter in de bibliotheek en in het voorjaar in de Heistraat.
Als we zien hoeveel geld er al besteed wordt aan groepen jongeren die zich op de een of andere manier niet normaal kunnen gedragen zakt de moed ons soms wel eens in de schoenen. Deze middelen zouden immers ook voor andere doeleinden ingezet kunnen worden.
De inzet van het Jongerenwerk, Jongeren Opbouwwerk, Preventiewerker Novadic, Shouf Kemdemk, de casusregisseur risicojeugd, het Jongeren Inlooppunt en het AJID, de programma’s Achter de Voordeur en Homestart werpen zeker wel hun vruchten af. Zonder al deze organisaties zou het probleem veel groter zijn. Het overgrote deel van de jongeren die wel eens overlast veroorzaken kunnen door dit vangnet gekeerd worden.
Er is echter een groep van een man of 30 die met bovenstaande hulpinstanties niet aangepakt kan worden.
Zij leggen beslag op een buitenproportioneel deel van de capaciteit van de politie en blijven voor onrust zorgen. Deze groep kenmerkt zich veelal door hun Marokkaanse afkomst en in sommige gevallen geven de ouders niet thuis als je hen op hun verantwoordelijkheid aanspreekt om hun kinderen op te voeden.
Wij zijn dan ook blij dat binnen de Marokkaanse gemeenschap nu een initiatief wordt opgepakt om de ouders mede centraal te stellen in het aanpakken van de oorzaak van het wangedrag van hun kinderen. Het kan toch ook niet zo zijn dat Marokkaanse ouders de ellende van het gedrag van hun meerderjarige kinderen naast zich neer leggen omdat deze jongeren 18 jaar of ouder zijn of omdat ze zelf veel te laat aan de bel trekken als het fout dreigt te gaan. Om te komen tot een structurele oplossing voor dit probleem is het dan ook belangrijk dat er een signaal uitgezonden wordt dat dit echt absoluut ontoelaatbaar is. Ouders zullen uit de eigen gemeenschap worden aangesproken op hopelijk niet enkel de rol die zij zouden moeten spelen als opvoeder maar ook op hun verantwoordelijkheden en hun plichten.
De voorgestelde aanpak ‘Laatste kans ‘, waarbij de jongeren en hun ouders doordrongen worden van het feit dat deze aanpak niet vrijblijvend en zonder consequenties is en waarbij de jongere een jaar lang een dag en avondbesteding krijgt waarbij hij naar werk of opleiding wordt toegeleid, willen wij graag nader door de wethouder uitgewerkt zien.
Maar ook willen kijken naar de zwakke schakels in de ketenaanpak. We kunnen we doen om een betere terugkoppeling vanuit de politie en het openbaar ministerie richting casusmanager tot stand te krijgen en dit te borgen zodat we de groep veel scherper in het vizier krijgen, op veel betere wijze in staat zijn om volledige dossiers op te bouwen en daardoor veel sneller en effectiever kunnen handelen om uiteindelijk een passende oplossing kunnen te vinden voor dit hardnekkige probleem. De instanties die zich bezig houden met overlastgevende jeugd zullen op een slimmere en effectiever wijze moeten samenwerken. De verantwoordelijkheid moet op 1 plaats komen te liggen waardoor er ook sneller ingegrepen kan worden zodat we het uiteindelijk niet zo ver hoeven laten te komen dat we überhaupt nog hoeven te spreken van een ‘Laatste Kans’.
Ellen Niessen
Fractievoorzitter VVD