Toekomst Automotive Campus

Anderhalf jaar nadat het gemeentebestuur het terechte besluit heeft genomen om de Automotive Campus niet te verkopen aan Ramphastos, heeft het college op 4 juli jongstleden de raad voor de eerste keer gevraagd welke richting we zouden op moeten met de Automotive Campus.

“Toekomst Automotive Campus”

Uiteraard heel goed dat de raad hier aan de voorzijde bij betrokken wordt in een opiniërende vergadering, maar eerlijk gezegd, wel rijkelijk laat. Bij zo’n belangrijk door het college benoemde economisch speerpunt, mist onze fractie de ambitie en voortvarendheid.

Doorontwikkeling
Voortvarendheid en duidelijkheid die ook zo dringend verlangd wordt door de vele campusbewoners. Het wel of niet doen van nieuwe investeringen door het bedrijfsleven in deze inspirerende omgeving is immers mede afhankelijk van deze nieuw op te stellen visie. Zowel regionaal, nationaal en internationaal staat de Automotive Campus in Helmond hoog in het aanzien. Er dienen ons inziens op korte termijn dan ook stappen gezet te worden voor de doorontwikkeling van de Automotive Campus. Tenminste als we de boot niet willen missen in de zeer snel gaande technologische ontwikkelingen op het gebied van Automotive en batterijtechnologie. 

Meer tempo
In de commissievergadering van 4 juli heeft onze fractie aangegeven dat er meer tempo op dit dossier gezet mag worden. Als overheid hebben wij in het verleden flink geïnvesteerd om de Automotive Campus tot wasdom te brengen. In mijn ogen zijn we hierin aardig geslaagd. Inmiddels is een heel ecosysteem ontstaan met hoogstaande technologische bedrijven en diverse onderwijsfaciliteiten. De werkgelegenheid neemt nog steeds ieder jaar toe. Iets waar we als stad trots op kunnen zijn.

Nieuwe entiteit
Om als gemeente enigszins grip op dit ecosysteem te houden en te voorkomen dat de Automotive Campus ooit in buitenlandse handen valt, lijkt het de VVD verstandig deze gemeentelijke betrokkenheid te borgen door ons langjarig te verbinden aan de Automotive Campus. Privatiseren van de Automotive Campus heeft dan ook niet onze voorkeur.      

De VVD is de mening toegedaan dat eigendommen zoveel mogelijk in één hand moeten komen. Het is logisch dat daartoe een nieuwe entiteit wordt opgericht. Wil je een slagvaardige organisatie zijn, dan zouden hier vooral aandeelhouders bij betrokken moeten zijn die jarenlange commitment willen uitspreken.

Relatie met provincie
Aangezien de provincie altijd de intentie heeft gehad zo snel mogelijk weer van haar grondposities af te komen bij de Automotive Campus, vraagt de fractie zich af of de provincie wel de partij is die met volle overgave voor langere tijd betrokken wil blijven bij de Automotive Campus.
 

Wanneer die intentie van de provincie nog steeds ongewijzigd is, zou het onze voorkeur hebben om de provincie uit te kopen en Van de Ven en de gemeente als enige partijen te laten toetreden als aandeelhouders. Logische verdeling zou 50/50 zijn omdat partijen immers ook samen aan de lat staan om de verder uitrol van de Automotive Campus succesvol te laten zijn. De provincie zou vervolgens dan als financierder kunnen optreden voor toekomstige ontwikkelingen op de Automotive Campus en daarbij een meer toezichthoudende rol kunnen invullen. 

Externe expertise
In een niet ver verleden zijn wij op zoek gegaan naar campusexpertise om de Automotive Campus verder te brengen in haar ontwikkeling. Deze ontwikkeling gaat verder dan het simpelweg neerzetten van gebouwen en infrastructuur, zoals nu wordt gesuggereerd. Zowel bouwbedrijf Van de Ven als de gemeente Helmond hebben deze expertise niet in huis. Je zult deze expertise extern moeten aantrekken. Dit kan uiteraard door personen in de directie neer te zetten die bewezen expertise hebben op dit vlak of je huurt deze expertise in. Feitelijk is dit in onze ogen nog steeds het allerbelangrijkste en dit standpunt is in de tijd niet veranderd.  

Ook een mogelijkheid is dat je zo’n dermate omvangrijke partij aantrekt die flink wil investeren in de Automotive Campus. Bijvoorbeeld door het vestigen van een ontwikkel- of kleinschalige assemblage afdeling. Hierdoor zou de ontwikkeling van de campus een “vlucht” kunnen nemen. Dit wil dan overigens weer niet zeggen dat wij onze betrokkenheid als gemeente daarmee zouden moeten opgeven.

Gemeentelijke betrokkenheid
Gemeentelijke betrokkenheid blijft ook hier in onze ogen vereist om controle en zeggenschap op de Automotive Campus te behouden en daarmee onze gemeentelijke belangen te borgen.
    Er zal dan ook nog veel meer ingezet moeten worden op acquisitie van nieuwe bedrijven. Hier zal met name door de aandeelhouders in geïnvesteerd moeten worden.   

Daarnaast dient er aandacht te zijn voor het instellen van een Raad van Commissarissen (aangesteld door Van de Ven en gemeente) en een zogenaamde raad van advies waarin dan bijvoorbeeld een delegatie van de huidige campusbewoners in kunnen plaatsnemen, zodat ook zij enige invloed op het beleid kunnen uitoefenen om de campus nog aantrekkelijker te maken.  

Wat de keuze uiteindelijk ook gaat worden. Voor de VVD-fractie staat vast dat de Automotive Campus een economisch speerpunt is en blijft! Als gemeente dienen we betrokken te blijven bij de Automotive Campus. Dit vraagt om langjarig commitment en dat we als mede-eigenaar blijven investeren in de Automotive Campus.  En bij een langjarig commitment, hoort ook dat we als gemeente langjarig financieel zullen moeten bijdragen aan de organisatie van de Automotive Campus.

De VVD-fractie hoopt dat er in ieder geval voor de eerstkomende begrotingsbehandeling meer duidelijkheid is over welke richting we met de Automotive Campus op willen en in hoeverre de raad dan bereid is om structureel budget beschikbaar te stellen om dit allemaal mogelijk te maken.    

 

Wordt vervolgd..

Serge van de Brug

VVD Raadslid